Toekomst De Cammeleur in gevaar
Stichting DonckHuys heeft het college van B&W laten weten geen medewerking te kunnen verlenen aan het onvoorwaardelijke uitwerken van uitgangspunten voor een andere opzet van De Cammeleur. Volgens Stichting DonckHuys maakt de gemeente een verkeerde analyse, verkeerde keuzes en zijn de inhoudelijke en financiële consequenties onvoldoende doordacht.
Hogere kosten exploitatie
Met de opening van De Cammeleur in augustus 2018 krijgt Dongen een prachtige en moderne voorziening voor tal van maatschappelijke en culturele functies. In opdracht van de gemeente Dongen zorgt Stichting DonckHuys voor de gebouwexploitatie. Daarnaast zorgt Stichting DonckHuys voor de centrale dienstverlening en inkoop voor alle Cammeleurpartners. In het eerste jaar na opening blijkt dat de kosten voor gebouw en beheer uit de pas lopen. Hoogwaardige en complexe voorzieningen, het groot aantal bezoekers en activiteiten, maar ook het energieverbruik en hoe er met beheer moet worden omgegaan, het zijn kostenaspecten die pas in de praktijk duidelijk worden. Begin 2019 trekt stichting DonckHuys hierover aan de bel bij gemeente en de Cammeleurpartners, maar een oplossing komt er niet. Omdat de meerkosten oplopen en alle financiële risico’s bij Stichting DonckHuys liggen, zit er niks anders op dan zelf stevig in te grijpen om kosten te beperken. Het zet de onderlinge relaties onder flinke druk.
Uitgangspunten en bouwstenen
Eind 2020 doen de Cammeleurpartners, samen met de gemeente, een nieuwe poging om tot afspraken te komen over de onderlinge verhoudingen, de samenwerking en, bovenal, een gezondere exploitatie te realiseren. Belangen blijken echter moeilijk te verenigen en visies lopen uiteen. Het ontbreekt aan instrumenten om een besluit af te dwingen en Stichting DonckHuys blijft opnieuw met de financiële consequenties zitten. De gemeente neemt het op zich om een plan te formuleren. Na zes maanden van stilte komt het college plots met een tweetal notities met uitgangspunten en bouwstenen voor de toekomst en legt deze ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad. Stichting DonckHuys en de andere partners zijn niet gekend in de totstandkoming van de notities. Jammer, omdat er onjuiste aannames worden gedaan, keuzes worden gebaseerd op meningen in plaats van analyses en feiten en er wordt niet of nauwelijks beschreven wat (mogelijke) consequenties zullen zijn. Was de gemeenteraad zich daarvan bewust toen ze enkele weken later in meerderheid instemde met het collegevoorstel? Is er echt gekeken naar de zienswijze die door Stichting DonckHuys werd aangeleverd?
Afstoten horeca en theater
Het plan van de gemeente biedt zeker ook goede aanknopingspunten om het tekort op de exploitatie – de kern van het probleem – op te lossen en er worden bruikbare voorstellen gedaan om de samenwerking tussen de partners te verbeteren. Stichting DonckHuys zou graag haar bijdrage leveren aan de uitwerking daarvan. Het is echter onbegrijpelijk dat de gemeente nu bepaalt dat Stichting DonckHuys enkel nog die taken mag uitvoeren waarvoor het een opdracht van de gemeente heeft: gebouwbeheer en zaalverhuur. Daarbij wordt volledig voorbij gegaan aan het feit dat Stichting DonckHuys een zelfstandige stichting is met een eigen bestuur, eigen statuten en eigen verantwoordelijkheden. Concreet stelt de gemeente dat er geen enkele relatie meer kan zijn met de horeca-activiteiten in De Cammeleur. Stichting DonckHuys heeft die activiteiten al jaren geleden zorgvuldig ondergebracht in een aparte horeca BV met een eigen administratie, verantwoording en personeel, maar heeft de bestuurlijke zeggenschap behouden omdat een te commerciële horeca zou botsen met het maatschappelijk belang van De Cammeleur. Volledig afstoten van het horecabedrijf leidt tot verlies van efficiency, kapitaal en dienstverlening. Een huurder zal met stichting DonckHuys als ook met een nieuwe horeca-exploitant afspraken moeten maken. Verder mag Stichting DonckHuys ook geen eigen activiteiten meer programmeren. Dus geen theatervoorstellingen, geen lokale artiesten, activiteiten die ontmoeting stimuleren of die verbinding leggen met bijvoorbeeld de kerstmarkt of Koningsdag. Een ernstige verschraling van het aanbod en vernietiging van kapitaal. De gedachte van de gemeente dat een nieuwe horeca-exploitant het theater wel kan overnemen is naïef te noemen.
En welk doel dient deze ontmanteling? De gemeente stelt dat het onwenselijk is dat Stichting DonckHuys meerdere rollen vervult. Opmerkelijk aangezien de stichting hetzelfde takenpakket al decennia uitvoert en daar nooit op aangesproken is. Sterker: het is juist vanuit deze integrale aanpak dat stichting DonckHuys meerwaarde weet te realiseren. Als het de gemeente gaat om meer inzicht in de financieringsstromen, dan is dat veel eenvoudiger en goedkoper te realiseren. Als het gaat om meer gelijkheid tussen de partners, waarom treedt de gemeente dan niet op als verhuurder zodat Stichting DonckHuys weer een gelijke huurder wordt? Kortom, het gedwongen afstoten van eigen activiteiten, theater en horeca levert nauwelijks iets op, integendeel, het creëert nieuwe risico’s en problemen. Wie gaat de horecafunctie overnemen onder dezelfde beperkingen? Wie gaat tijd en geld steken in een niet-gesubsidieerd theaterprogramma? Wat zijn de consequenties voor de huurders die naast een zaal ook catering willen? Wie draagt de personele en financiële consequenties? En heeft de gemeente eigenlijk wel iets zeggen over bedrijfsonderdelen en het takenpakket van de zelfstandige Stichting DonckHuys?
Teleurgesteld
Voor Stichting DonckHuys is het teleurstellend dat een inhoudelijk gesprek niet mogelijk is gebleken. Het is een voldongen feit en de enige ‘keuze’ die geboden is: “zeg ‘ja’ tegen alle punten zonder enig voorbehoud”. Met een dergelijk dictaat kán de stichting vanuit haar bestuurlijke verantwoordelijkheden niet uit de voeten. Stichting Donckhuys werkt samen vanuit overleg en wederzijds respect. Er is door Stichting DonckHuys in de afgelopen jaren heel veel energie, geloof, kennis en middelen gestoken in de realisatie van De Cammeleur en het gezamenlijk Cammeleurconcept. Zo een partner verdient een ander gesprek.